Regels en tips

Veilig-verkeer-tips voor ouders

Dit kunt u doen om met uw kind zo veilig mogelijk deel te nemen aan het verkeer!

Lopen op de stoep: stoeprand stop!

  • Loop zelf aan de kant van de rijweg, uw kind loopt aan de kant van de huizen.
  • Als uw kind los loopt, laat het voor u lopen.
  • Leer uw kind dat het moet stoppen bij de stoeprand.
  • Prijs uw kind als het wacht bij de stoeprand.

Oversteken: handje vast!

  • Vertel uw kind wat belangrijk is bij het oversteken.
  • Kijk bij oversteken over een straat altijd links-rechts-links.
  • Uw kind moet het hoofd naar links-rechts-links draaien om aankomend verkeer te kunnen zien.
  • Steek over op een voetgangersoversteekplaats (zebrapad).
  • Wacht tot het licht groen is.
  • Kijk of het verkeer ook echt stopt.
  • Houdt de hand van uw kind vast.
  • Tussen auto’s door oversteken? Kijk eerst of er bestuurders in de auto zitten. Kies dan een andere oversteekplek. Loop door tot aan de denkbeeldige Iijn bij de straat. Kijk links-rechts­links!

Op de fiets

  • Gebruik een veilig fietsstoeltje.
  • Zet uw kind vast met een gordel.
  • Zet de voetjes vast met riempjes.
  • Geef uw kind een helm op het hoofd.
  • Praat met uw kind over wat u doet.

Fietsen

  • Kies rustige routes en laat het kind naast u fietsen.
  • Oefen nieuwe routes samen en bespreek gevaarlijke plekken.
  • Draag opvallende kieding, vooral bij donkerder weer.
  • Zorg voor een veilige fiets (bel, remmen, reflectoren).
  • Zorg voor een passende fiets waarbij het kind met de voeten bij de grond kan.

verkeer

In de auto

  • Stap in en uit aan de stoepkant.
  • Ook hier: stoeprand … stop!
  • Boven een lengte van 1.35 meter is het verplicht gebruik te maken van de gordel.
  • Kinderen korter dan 1.35 meter moeten verplicht gebruik maken van een babyzitje, een autokinderstoeltje of een zittingverhoger.
  • Deze regels gelden voorin en achterin, maar voorin moet de airbag uitgeschakeld zijn.
  • Gebruik het kinderslotje op het portier.

Met het wandelwagentje

  • Zet uw kind vast met de gordel.
  • Vertel uw kind wat er onderweg te zien is.

Met het wandelwagentje en nog een kind ernaast.

  • Leer uw kind om bij het oversteken de wandelwagen vast te houden.
  • Niet vooruitrennen maar bij elkaar blijven en goed blijven uitkijken.
  • Kijk bij oversteken over een straat altijd links-rechts-links.
  • Recht oversteken, niet schuin.

Op Excursie

  •  Kinderen vanaf 3 jaar mogen achterin de auto de autogordel gebruiken zonder autokinderstoeltje of zittingverhoger, bij vervoer door een ander persoon dan de eigen (pleeg)ouder bij groepsvervoer en in situaties waarin niet verwacht kan worden dat de bestuurder een autostoeltje of zittingverhoger bij zich heeft. U kunt daarbij denken aan het vervoer over een beperkte afstand, zoals vervoer van een groepje kinderen naar een schoolexcursie of een sportteam naar een uitwedstrijd.
  • Voorin kan dan nog een (eigen) kind gebruik maken van een autokinderstoeltje of een zittingverhoger.

Tot slot

  • Praat vaak met uw kind over hoe je je veilig gedraagt in het verkeer.
  • Geef zelf altijd het goede voorbeeld.

Interessante links over verkeer